Er komt een tijd dat uw hond oud wordt. De laatste jaren van een hondenleven gaan soms moeizaam. De problemen zijn echter geen gedragproblemen maar ouderdomsverschijselen.
Tekenen van hersenverouderings- of dementieverschijnselen bij honden
De hond vertoont desoriƫntatie-verschijnselen:
- weet de weg naar huis niet goed meer te vinden / wil bij de buren naar binnen
- lijkt in een onbekende omgeving zich niet meer op zijn gemak te voelen en later ook in een bekende omgeving
- herkent kennissen en later de eigenaar niet meer
- is minder alert en vertoont doelloos gedrag (rondjes lopen, ijsberen)
- gaat blaffen zonder reden
De hond heeft geen ruimtelijk inzicht meer:
- wil door kleine openingen gaan
- zit regelmatig klem tussen objecten en blijft dan zo staan
De hond heeft minder interactie:
- begroet familieleden niet meer
- reageert niet meer op aanhalen
- vraagt niet meer om aandacht
- speelt minder vaak met familieleden of andere honden
- reageert niet meer op mondelinge opdrachten
De hond heeft een verstoord slaappatroon:
- slaapt meer overdag en/of minder ’s nachts
- slaapt zowel overdag als ’s nachts
- doolt ’s nachts door het huis
- begint zomaar ’s nachts te blaffen
De hond is niet meer zindelijk:
- vraagt niet meer om uitgelaten te worden
- heeft regelmatig “ongelukjes” in huis of doet zijn behoefte in huis omdat hij vergeten is dat hij buiten moet plassen of poepen
Ouderdomsverschijnselen gaan niet over maar worden alleen maar erger. Uw hond kan bijvoorbeeld niet meer opstaan, laat zijn urine lopen of wil haast niet meer eten. Hoe dan ook komt het moment waarop u zich moet afvragen of het leven voor uw hond nog wel waard is om geleefd te worden en u de zwaarste beslissing in uw leven met uw hond moet nemen. Een hond laten inslapen gaat altijd in overleg met de dierenarts. Echter, niemand anders dan uzelf kan de beslissing nemen.